Er kan zoveel meer met professionalisering. Drie invalshoeken
Goed onderwijs staat en valt met de professionalisering van leraren. In dit blog wil ik op basis van onze ervaring laten zien dat er veel meer kan met professionalisering dan we in de praktijk zien. Maar laat ik beginnen met positieve ontwikkelingen op het gebied van professionalisering in de onderwijspraktijk. Ik noem er drie:
1. Op heel veel scholen zijn professionele leergemeenschappen een belangrijke rol gaan spelen.
2. Collectief praktijkonderzoek door leraren is een belangrijke rol gaan vervullen.
3. Er zijn zogeheten teacher-leaders opgestaan die een voortrekkersrol vervullen.
Toch is professionalisering voor veel scholen nog een heet hangijzer. De teacher-leaders vertellen ons dat dat al begint bij het aanspreken van collega’s op de werkvloer. Verder wees ik in een eerder blog op drie fouten die in het denken over professionalisering in het onderwijs geslopen zijn:
1. De beperking van het denken over scholingsbeleid. Daardoor blijven heel veel andere mogelijkheden om onderwijsmensen tot professionaliseren te stimuleren buiten beeld.
2. De beperking in de vraag naar wat werkt. Daardoor blijft de vraag naar of het ook deugt buiten beeld. Ook oplossingen uit andere werelden dan de onderwijskunde blijven dan buiten het zicht.
3. De beperking in het denken over de bijdrage van externen. Lang niet altijd worden de bijdragen van externen gezien als een investering om te koesteren.
Vertrekkend vanuit de mooie ontwikkelingen die we zien en gekoppeld aan de mogelijkheden om de denkfouten te overkomen, kom ik tot drie suggesties om meer te doen met professionalisering:
1. Ga vanuit de waarderende benadering na wat er allemaal al goed gaat in de professionalisering (Discovery). Bespreek met belanghebbenden wat er beter kan (Dream). Kijk dan verder dan de medewerkers, de leerlingen en de ouders en durf daar ook externen bij te betrekken, zoals aanleverend en afnemend onderwijs. Ga met interne experts na hoe je een geschikt ontwerp (Design) kunt maken en durf dan verder te denken dan traditionele professionaliseringsconcepten, zoals cursussen, professionele leergemeenschappen en collegiale consultatie. Ga vervolgens na hoe je de opbrengsten van nieuwe leeractiviteiten kunt verduurzamen (Destiny). Wat doet dit voor appel op de aanwezigheid van ondersteunende systemen, wat vraagt dat van de leidende principes en van de rollen en taken in de organisatie?
2. Verbind de normatieve dimensie van het professionaliseringsbeleid eens met de suggestie om door een andere bril te kijken dan de cognitief-psychologische. Zo kunnen de kunsten als een morele spiegel worden ingezet in het reflecteren op de activiteiten van de school en de onderwijsmensen. Daarbij kunnen de kunsten zowel confronteren als doen verwonderen. Ook bij het nadenken over de waarde van het handelen van onderwijsmensen in de frontlijn en over nieuwe manieren om goed te handelen kunnen de kunsten een toegevoegde waarde bieden.
3. Zet externen in als kritische vrienden. Goede vrienden zijn ook kritische vrienden. Denk daarbij ook eens verder dan ouders en kinderen. Betrek als basisonderwijs bijvoorbeeld eens het voortgezet onderwijs of omgekeerd. Onafhankelijke externen zoals adviseurs en onderzoekers kunnen je helpen met de vraag hoe je het beter doet. Scholen hebben daar overigens zelf steeds meer antwoorden op. Moeilijker is het om uit de eigen routines los te komen. Daar kan een bekwame externe je ook bij helpen.
Reacties (0)