Faalkracht: het lef om uitdagingen aan te gaan

Stel je voor, je bent op een camping in Zuid-Frankrijk je tentje aan het opzetten, of je frutselt een Ikea-kast in elkaar. Het lukt niet en je gaat finaal door het lint. Wat zou het opleveren als je, wanneer de tent of de kast uiteindelijk staat, onder het genot van een glas wijn op zoek zou gaan naar de behoefte achter je irritatie-explosie?

Op je werk kun je er ook zo naar kijken. Waarom pesten leerlingen klasgenoten en leraren? Om de lolbroek uit te hangen, gezien te worden, zich veilig te voelen, aandacht te vragen voor alle narigheid die hen is overkomen?  Als die behoefte vervuld wordt, stopt het pestgedrag. In plaats van het pesten te bestrijden, kun je beter die behoeften laten vervullen op een manier waar iedereen beter van wordt.

Vanuit gedrag waarmee je jezelf en anderen in de weg zit op zoek gaan naar de behoefte die daar achter zit en daaraan werken. Dat is de basis van de training ‘Van Faalangst naar Faalkracht’ die dit najaar bij KPC Groep op de rol staat. Het uitgangspunt is daarmee anders dan het vele jaren geweest is. Toen werkten dappere faalangstreductionisten en -bestrijders (mezelf incluis) vanuit het credo ‘Bestrijd het leed dat Faalangst heet’. Een mooi uitgangspunt maar helaas beperkt in de mogelijkheden: alles waar je energie in stopt wordt groter. Je richt je op dat wat je niet wilt en dat maakt je succes afhankelijk van het ontbreken van de narigheid.

‘Ik hoop dat we dit jaar een vakantie zonder ruzie hebben’ zegt pa wanneer hij met zijn gezinnetje de straat uitrijdt richting Zuid Frankrijk. Je kunt er donder op zeggen dat er heibel in de tent is, honderden kilometers voordat die is opgezet. Je ziet het voor je, de mentor die het jaar opent met de woorden: ‘ik hoop dat we dit jaar geen leerlingen met examenvrees hebben’.

Maar ja, wat zouden nou de behoeften zijn achter die angst om te falen? Succesvol zijn zou je zeggen, maar daarmee graaf je, als je niet oppast je eigen valkuil. Het grote gevaar als je ‘ik wil succesvol zijn’ als leidraad neemt, is dat je daarmee zegt ‘ik ben nu nog niet succesvol’ en een claim legt op het doel van de training. Je mislukt als het succes achterwege blijft, of sterker nog: je blijft de looser die je al bent.

Een mooi startpunt voor de training is daarom de doorleefde overtuiging van ‘ik ben succesvol omdat ik deze training begin.’ De basisvraag om de behoefte achter faalangst te ontdekken luidt ‘waarom is falen eigenlijk zo vervelend?’ en vervolgens na ieder antwoord dezelfde vraag te stellen. Mijn overtuiging is dat je bij doorvragen zo goed als altijd komt bij een van de meest basale menselijke angsten: die om afgewezen te worden; er niet meer bij te horen, geen betekenis te hebben. Als ik misluk, willen ze niets meer met me te maken hebben.

De grootste behoefte achter die angst kan dan niet anders zijn dan ‘ik wil betekenis hebben, ik wil erbij horen’ Daarmee zijn we bij een van de belangrijkste doelen van de training: zorg dat de leerling zich gezien weet en ervaart dat hij betekenis heeft voor anderen. Én dat die behoefte niet onder druk staat wanneer hij fouten maakt. Iedere leerling wordt nadrukkelijk uitgenodigd vanuit zijn kwaliteiten een bijdrage te leveren aan het succes van de training. Hoe harder dat zoeken is, hoe groter de voldoening en het succes als dat ook gebeurt. En dat het gebeurt, daar zorgt iedere goede trainer voor!

Humor en spel zijn essentiële onderdelen van de training, ze relativeren, leren jezelf accepteren met al je vreemde kwaliteiten en rare fratsen. Durven fouten maken is essentiële kwaliteit en voorwaarde om aan de training deel te nemen. Mensen die perfect willen zijn, maken daarmee een grote fout en zijn alleen al daarom van harte welkom. Mislukken als voorwaarde om te kunnen slagen: van faalangst naar faalkracht!

Reacties (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *