Het sprookje van de Briesende Bovenmeester

‘Er zijn ook redenen om te treuren over de voortijdige aftocht van Dennis Wiersema’ schrijft Raoul Du Pré in de Volkskrant. Hoe kun je reageren op mensen die prima werk leveren, maar daarbij gedrag vertonen dat niet kan? Daarover gaat het sprookje van de Briesende Bovenmeester. Lees hieronder het sprookje dat ik schreef van de Briesende Bovenmeester. 

Lang geleden, in een dorp hier ver vandaan, werd basisschool het Lange Pad geleid door een vriendelijke, wijze bovenmeester die geweldig kon lesgeven en verhalen vertellen. Ouders en leerlingen liepen weg met deze prachtkerel. Maar zoals ieder mens had ook de Bovenmeester zijn rafelrandje. Als er geen kinderen of ouders in de school aanwezig waren liet hij regelmatig zijn teamleden vloekend en tierend alle hoeken van het gebouw zien. ‘Wij zijn #$%^ een verbindende school en als dat jou niet bevalt, sodemieter je maar op, labbekak’, was een onder personeelsleden een vaak aangehaald citaat.

De frustratie van de Briesende Bovenmeester vond zijn oorsprong in het feit dat hij altijd al O.O. had willen worden: Onderminister van Onderwijs. Tot zijn verdriet was dit begeerde ambt toegevallen aan zijn studiegenoot Dennis. In het dorp deden er steeds meer geruchten de ronde. Gepokt en gemazelde leraren vertrokken of zaten opgebrand en uitgeblust thuis. ‘If you can’t stand the heath, get out of the kitchen!’, zei hij aanvankelijk, maar toen hij steeds meer nattigheid voelde, deed hij een beroep op zijn zwager, een gelouterd communicatieadviseur.

Kort daarop belegde de Bovenmeester in het afgeladen dorpshuis een bijeenkomst waar hij, met zijn zwager op de achtergrond, het woord nam: ‘Beste mensen, ik ben erg geschrokken van wat er is gebeurd en ik betreur het ten zeerste als ik mensen pijn heb gedaan of heb beschadigd. Dat was absoluut nooit mijn bedoeling. Ik ga diep door het stof en ik bied mijn welgemeende en oprechte excuus aan. Ik beloof u: het zal niet meer voorkomen. Ik ga mijn gedrag veranderen en heb me reeds aangemeld voor de vierdaagse training Verbindend Leiderschap op de Lunenborger Heide. Ik stel voor dat we nu ter afsluiting van deze periode een glas heffen op een nieuwe toekomst waarin wij gedragen door de lessen uit het verleden onze school doen glimmen als vanouds.’ ‘Mooi niet, mafkees’, riep de fietsenmaker die opsprong uit zijn stoel. ‘Je praat als iemand die met zijn dronken harses zijn auto tegen die van zijn buurman heeft gereden, zijn excuus aanbiedt en naar een AA-lotgenotencentrum gaat zonder wat wezenlijks te doen. Weet je wel hoeveel schade je hebt aangericht? Aan je leraren, maar ook aan de kinderen en hun ouders. Die hebben goeie leraren zien afhaken vervangen zien worden door onbevoegde leerkrachten die het amper aankunnen en bij wie het zweet over de ruggen klotst. Wat jij moet doen vriend, is met een paar mensen om tafel gaan zitten en kijken of het nog mogelijk is dat je de schade herstelt. En ja, je hebt ook je goeie kanten waar we volop van hebben genoten. Maar nu heb je naast de pot gepist en wordt het tijd om te dweilen. Pas als je wat aan die putlucht doet die je hebt veroorzaakt, kunnen we misschien met je verder.’ Na het nodige gesteggel vond er een bijeenkomst in de vorm van een cirkelgesprek plaats waar ieder zijn zegje kon doen. Hij werd geleid door een dorpsoudste uit een verder gelegen dorp. Hij had eigenlijk geen idee van wat er allemaal was gebeurd, maar misschien wel juist daardoor, was hij een meester van met elkaar in gesprek brengen van mensen. Je mocht alleen het woord voeren als die een praatstop in handen had. Die had de fietsenmaker op verzoek van de dorpsoudste uitgezocht. Het was een fietspompje geworden. ‘Om de lucht een beetje te zuiveren’ zei hij.

Het werd een indrukwekkende, emotionele bijeenkomst waarin veel van de pijn werd uitgesproken waardoor de Bovenmeester zich bewust werd van de narigheid die hij had veroorzaakt en waarvan de gevolgen veel verder reikten dan hij ooit had vermoed. Geconfronteerd met die pijn werd hij overmand door schuld en schaamte. Gevoelens waar hij uiteraard dolgraag van af wilde. De dorpsoudste gaf hem de gelegenheid. ‘Zou er een mogelijkheid zijn dat de Bovenmeester iets doet waarmee hij laat zien dat hij werkelijk wil veranderen en waar jullie je in kunnen vinden? Een herstelactie, zoals we dat noemen’, vroeg hij.

Na wat gezoek bleek dat de toneelvereniging hard op zoek was naar een nieuwe directeur en extra mannelijke toneelspelers goed kon gebruiken. Met instemming van de aanwezigen nam de Bovenmeester die taken graag op zich en binnen de kortste keren vloekte en tierde hij de decorstukken van de planken. Briesen deed hij nu op het toneel en het dorp genoot met volle teugen. De bovenmeester had zijn rafelrandje omgezet in iets waar hij goed in was, dat hij graag deed en waar anderen van genoten als hij het deed.

Jan Ruigrok is auteur van ‘Maak van je school een veilige basis, met hoop, humor en herstel’ en verzorgt onder meer de training ‘De school als veilige basis | herstelgericht werken’.

Reacties (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *