Onderwijsbegroting 2023: een polonaise van ‘Strategische Agenda’s’

Door Hans Burgmans, netwerkpartner KPC Groep

Vandaag hoorde ik van de Koning dat het vertrouwen in de overheid nieuwe diepten bereikt heeft. Ik ben een ras-optimist en democraat in hart en nieren, dus ik hou de moed erin.

Maar na het lezen van de onderwijsbegroting begin ik me toch steeds meer af te vragen of dit land nog wel een regering nodig heeft. Je zou immers verwachten dat een regering beleid maakt, een koers uitstippelt, moeilijke maar rechtvaardige keuzes maakt. Maar dat lees ik helaas niet direct terug in de nieuwste onderwijsbegroting.

Wat ik wél lees, is dat we een regering hebben die geld uitdeelt zonder zelf de knopen door te hakken. Het maken van keuzen wordt uitbesteed aan “het veld”. Dat kan een boekhouder ook voor ons doen. Daar hebben we geen kabinet voor nodig.

Wat ik bedoel?
Er worden speerpunten gekozen en daar wordt geld van ons allemaal voor vrijgemaakt. Prima natuurlijk. Maar in plaats van concreet aangeven wat we met dat geld gaan doen wordt er verwezen naar “Strategische Agenda’s”.

Een citaat als voorbeeld – over de extra middelen voor MBO:
Zoals aangekondigd in de Voorjaarsnota 2022, investeert het kabinet uit de coalitieakkoordenveloppen structureel circa € 350,0 miljoen in het mbo, waaronder de bovengenoemde structureel € 300,0 miljoen aan mbo-instellingen. De verdere uitwerking van de CA-maatregelen zal volgen in de definitieve Werkagenda mbo, die na Prinsjesdag 2023 volgt.

En zo volgen er meer van dit soort ‘agenda’s’.
Zo vinden we in de begroting 2023 een Kansengelijkheids-Agenda (die was gelukkig al wel af), een Strategische Agenda Toegepaste Onderzoeksfaciliteiten, een Leraren (tekort) Agenda, een Agenda tegen discriminatie en racisme, de Wetenschapsagenda en als kers op de taart – om al deze agenda’s te monitoren op de voortgang – is er een Strategische Evaluatie Agenda. En ik mis vast nog wel een agenda. Het woord “agenda” komt ruim 200 keer voor in de begroting.

En nu komt het erge: omdat bij de meeste van deze agenda’s “landelijke kaders moeten worden uitgewerkt in regionale concrete actieplannen” zijn er zo dadelijk ook weer allemaal poppetjes nodig uit onze scholen om deze agenda’s mee vorm te geven in praatgroepen en thema-sessies, prioriteringsbijeenkomsten, klankbordgroepen … enzovoort enzovoort. Dat gaat om tientallen zo niet honderden mensen die dan visitekaartjes krijgen met “thema-coördinator”, “kartrekker”, “procesbegeleider”, “procesmanager”, “werkgroep-voorzitter”, “projectleider”, “liaison manager” en “beleidsmedewerker”.

Allemaal rollen en functies die niet voorkwamen op de lijst van cruciale beroepen, maar die lijst lijkt alweer vergeten. Want zo werkt het toch op een school? Als er een landelijke discriminatie agenda komt en de school moet of wil daar wat mee – want er is immers geld voor gereserveerd in de begroting – krijgt een leraar of teamleider 40 of 80 inzeturen per week omdat de school daar dan iets mee moet. En als 1000 scholen dat doen, zijn dat meer dan 24 full time leraren die druk zijn met nieuwe dingen bedenken waardoor hun collega’s het nog drukker krijgen.

Ik zou wel eens een begroting willen zien van hoeveel uren leraren, teamleiders, directeuren en bestuurders in deze lobby-cratie moeten stoppen. Ik denk dat je daar het directeurentekort in het po en het lerarentekort in de exacte vakken ruimschoots mee zou kunnen oplossen.

Wat mij betreft mag dus de lerarentekort-agenda uitgebreid worden met 1 extra werkgroep: het buiten de deur houden van verzoeken om deelname in vage processen ten behoeve van regionale of landelijke agenda’s omdat we altijd maar meer beleid willen maken met draagvlak.

Maar zoals ik aan het begin al aangaf, ik ben een optimist.

Laten we er dus maar vanuit gaan dat deze aanpak van rammelen met de geldbuidel op een “strategische agenda” werkt in de hoop om voldoende enthousiastelingen op dat thema binnen de scholen te vinden die zich er hard voor gaan maken. En  dat dit beter werkt dan een meer ‘Noord-Koreaanse aanpak’ waarin we gewoon vertellen wat scholen moeten doen. Wat moet er dan binnen de scholen – als het stof tussen de projectleidende thematrekkers over de concurrerende beleidsagenda’s is neergedaald – binnen de scholen zijn veranderd?

Met andere woorden: wat zijn de ambities van deze regering? (het “wat”)

Die ambities zijn in deze begroting zeker aangegeven en zijn zichtbaar afkomstig uit het regeerakkoord. Dit is immers de eerste begroting van dit nieuwe kabinet.

PO en VO 
– taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid moeten meer aandacht krijgen. (Dit wordt niet uitgewerkt in een agenda, maar in een Masterplan Basisvaardigheden. Het idee is natuurlijk hetzelfde als bij de agenda’s). Hier wordt 176 miljoen voor uitgetrokken.
– er komt meer regie op basiskwaliteit op deze onderwerpen (onder andere met betere monitoring, lees: inspectietoezicht).

Er wordt wel concreet geld (155 miljoen) vrij gemaakt om scholen te gaan helpen als ze die basiskwaliteit niet op orde hebben. Scholen kunnen een beroep doen op “basisteams” om hen daarbij te ondersteunen. Er wordt dus geïnvesteerd in een ploeg van onderwijsadviseurs die met een soort Herman den Blijker “Herrie in de keuken”- aanpak binnen korte tijd een kwakkelende school weer op de rit gaat zetten.

MBO
Tja. Hier gaat extra geld naar toe. €300 miljoen. Maar waar we het precies aan gaan besteden … daar moeten eerst nog wat uren gepolder aan worden besteed voordat we de Agenda hebben.  

Als het aan het kabinet ligt zijn ook de basisvaardigheden voor het mbo belangrijk, maar zal er worden ingezet op gelijkschakeling van MBO-studenten aan HBO/WO (denk aan gelijkschakelen van regels over bijverdienen, OV-kaart en studiebeurzen). Interessant is de inzet op her versterken van het innovatievermogen van MBO-scholen door het stimuleren (lees: subsidiëren) van netwerken van innovatieve leraren. Natuurlijk is nog steeds aandacht voor LOB en Leven Lang Ontwikkelen. Macrodoelmatigheid blijft ook op de agenda. Er komen dus nog fusies aan.

HBO en WO
Belangrijkste wijziging is natuurlijk de herintroductie van de studiebeurs. Dit ‘vlaggenschip’ van de kansengelijkheid is wel een dure ingreep (1,2 miljard euro structureel). Er worden meer middelen vrijgemaakt voor toegepast onderzoek (in de Agenda Toegepaste Onderzoeksfaciliteiten …) en men wil een aanpak voor het beperken van de instroom van buitenlandse studenten (Ook in het licht van de wooncrisis. In grote steden slapen studenten soms in hun auto’s….)

Naast deze ontwikkelingen per onderwijssector zijn er ook thema’s in deze begroting die voor meerdere sectoren centraal worden gesteld. Hier laat zich de verkiezingswinst van d66 goed teruglezen.

ICT
De inzet van ICT is sinds Corona gegroeid. Leraren en schoolorganisaties hebben geleerd wat de voordelen zijn van ICT. Maar de groei van ICT in het onderwijs levert ook nieuwe uitdagingen op. Zoals de bescherming van de privacy van leerlingen en studenten. En de markt voor digitale leermiddelen werkt misschien niet altijd optimaal, zeker niet in een relatief klein taalgebied, met monopolistische uitgevers of “vendor lock-ins” bij BigTech bedrijven 

Kansengelijkheid
Er is veel aandacht voor kansengelijkheid. Uiteraard in de vorm van een Agenda Kansengelijkheid, maar ook binnen het MBO en het HO worden investeringen gedaan die in dit kader worden geplaatst.

De grootste investering in kansengelijkheid is de basisbeurs. Hoewel je van het bedrag nog niet kunt leven (€450 per maand is net genoeg voor je kamerhuur), betekent deze beurs wel dat kinderen van minder welvarende ouders minder hoeven te lenen en minder hoeven bij te verdienen tijdens de studie.

Maar ook andere initiatieven worden in het licht van kansengelijkheid geplaatst en uitgebreid. Er wordt meer geld uitgetrokken voor:

  • Doorlopende leerlijnen (po-vo, vmbo-mbo-hbo, maar er blijft ook geld voor het subsidiëren van heterogene brugklassen stimuleren. Het idee is om hiermee leerlingen en studenten meer kansen te bieden voor opstromen.
  • School en omgeving interactie. Er is geld voor subsidie (56 miljoen) voor het organiseren van activiteiten van de school met de omgeving. Denk aan sport- en cultuuractiviteiten van lokale verenigingen met de school. Sport en muziekles kan dan bij gezinnen waar dat thuis minder vanzelfsprekend is door een rijk schoolaanbod worden gecompenseerd.
  • Beter passend en inclusiever onderwijs. Met de anti-discriminatie ambities en het versterken van de samenwerking tussen onderwijs en ketenpartners zet dit kabinet hier zeker ook op in.
  • Er wordt geïnvesteerd in het uitbreiden van de mogelijkheden voor jongeren om maatschappelijke diensttijd door te brengen als vrijwilliger voor een maatschappelijk doel. Dit draagt bij aan inburgering, maar ook aan beroeps- en loopbaan oriëntatie van jongeren en versterking van hun (sociale) netwerk.

Lerarentekort
Het lerarentekort in met name het primair onderwijs en voor bepaalde vakken in het VO en MBO (exacte vakken, moderne vreemde talen, technische opleidingen) en het tekort aan directeuren in het primair onderwijs is nog niet opgelost, ondanks de investering in lerarensalarissen.

Naast de reeds ingezette maatregelen worden er extra middelen vrijgemaakt voor het opleiden van zijinstromers (zelfs een subsidie voor directeuren basisonderwijs die “van buiten” komen), maar ook het versneld opleiden van onderwijsassistenten en lerarenondersteuners tot bevoegde leraren.   
Daarnaast wordt ingezet op het versterken van de onderlinge samenwerking van lerarenopleidingen

Wat ik mis in de begroting
Tot slot nog een aantal zaken waar ik in de begroting niets over lees (en die me dan toch verbazen). Ik lees nog geen woord over hoe de scholen de hogere gasrekening dadelijk gaan betalen. Ik lees ook weinig over hoe het verder moet met de Corona-achterstanden nu de NPO-middelen (850 miljoen om de Corona-achterstanden weg te  werken – weet u nog?) er niet meer zijn (die middelen faseren in 2023 en 2024 uit). Of is het kabinet ervan uitgegaan dat die achterstanden er dadelijk niet meer zijn? Ik ken persoonlijk wel een paar leerlingen VO die een examenvak hebben “geduimd” zodra dat kon. Die kwamen de klas in aan het begin van het jaar met de melding “Uw vak ga ik dit jaar duimen meester” (een Corona-maatregel in het VO was dat leerlingen een vak niet mee hoefden te tellen voor het eindexamen. Ze mochten op 1 cijfer op de eindlijst “de duim houden”). Alle “duim-hiaten” zijn nu wel doorgestroomd naar het vervolgonderwijs …

Conclusie
Er ligt een echte polderbegroting. Er is extra geld, er is een brede waaier aan thema’s benoemd die dit kabinet belangrijk vindt (van basisvaardigheden tot basiskwaliteit, van inclusie agenda tot doorstroomprojecten. Veel om over na te denken en te veel om allemaal te doen.

En dan nog iets.

Ik heb bij het lezen van de begroting natuurlijk vooral gekeken naar het nieuwe geld, het nieuwe beleid. Maar de aller allergrootste kostenposten in de begroting zijn de bekostiging van de instellingen. Dat is geen nieuw beleid. Dat is financieren van salarissen en gebouwen. Zoals het ministerie zelf al aangeeft: “Deze begroting is voor 99,7% juridisch verplicht”, met andere woorden het meeste geld is al uitgegeven. En ook op schoolniveau is 99% van wat een school doet dit schooljaar al “juridisch verplicht”. De groepen zijn ingedeeld, de arbeidsovereenkomsten zijn getekend en het rooster is gemaakt. Heel veel ruimte om te innoveren is er meestal niet. Maar mocht u nu na het lezen van dit stuk vragen hebben over wat al deze agenda’s voor uw team of school betekenen en welke maatregelen uw school kan nemen – in die beperkte innovatieruimte die er is – dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met mij of met een van mijn collega’s 😊

Reacties (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *