Prima: zo’n overweging tot aangifte!

‘School in Bussum overweegt aangifte tegen leerlingen na uit de hand gelopen examenstunt’, kopt de NRC op 25 april in een artikel nadat een examenfeest ontaardde in gevechten tussen politie en leerlingen en er aan alle kanten schade werd aangericht, materiaal zowel als relationeel.

Als ik het artikel lees kan ik vanuit mijn hart en mijn ervaring op het gebied van herstelrecht op scholen alleen maar instemmen met het besluit van de school. Waarbij het natuurlijk wel zo is dat aangifte overwegen iets anders is dan aangifte doen.

Wereldwijd worden er twee rechtssystemen onderscheiden: rechtspositivisme en natuurrecht. Bij rechtspositivisme, neemt het gezag positie in rond wat goed of slecht is, en wat kan en niet kan, vandaar de naam. Het leidt tot wetten en regelgeving die kunnen uitmonden in straffen en uitsluiting. Positivistisch recht id gebaseerd op drie vragen:

  • Welke regels zijn er overschreden?
  • Wie heeft dat gedaan?
  • Wat is een passende straf?

De achterliggende boodschap is: zó zijn onze regels, daar heb je je aan te houden en als jij dat niet kunt, of wilt is het een kwestie van op de blaren zitten of wegwezen. Superduidelijk, wie niet horen wil, moet voelen en de rest weet waar die zich aan heeft te houden. De meeste scholen zoeken bij conflicten antwoorden in regelgeving, protocollen en denken vanuit juridisch kaders. Ze worden daarin aangespoord door mensen die ze onder hun hoede hebben: ‘Nu moeten jullie echt ingrijpen’, roepen de dorpelingen tegen de stamoudste. 

Ondanks de duidelijkheid die het geeft kleven er stevige bezwaren aan deze juridische aanpak. Misschien wel de grootste behoefte van mensen, onder wie Bussumse leraren, jongeren en hun ouders is hechting: het erbij horen, je veilig voelen en uitgedaagd worden om spannende dingen te dingen. Dat is ook de essentie van leren. Als dat proces goed verloopt is de school een veilige basis waar mensen die er leren en werken zich op een gezonde manier hechten aan elkaar.

De school in Bussum is momenteel een allesbehalve veilige basis. Die herstel je slechts ten dele met protocollen, aangiften en strafmaatregelen. De leraren, ouders en leerlingen die overstuur zijn, zullen na aangifte en strafprocessen terugkijken op een nare ervaring waarin de kans groot is dat er de zaadjes voor nieuwe conflicten zijn gezaaid. Wat schieten de beschadigde docenten en leerlingen op met straffen en uitsluiting? Voelen zij zich er veiliger door, gaan ze met evenveel vertrouwen en plezier na corona de nieuwe fase in, inclusief examenfeesten waar ook zij van kunnen genieten? En de gestrafte leerlingen; hoe gaat het daarmee? De kans is groot dat ze veranderen in onthechte jongeren die elders anders hun hechting moeten zoeken. Bijvoorbeeld bij leeftijdsgenoten die rondhangen op het winkelcentrum, of bij de mensen die ze gaan tegenkomen in bijvoorbeeld straf- en jeugdinrichtingen? De maatschappij wordt niet altijd beter van hechtingsproblematiek die voortkomt uit repressie. Met aangifte doe je een beroep op positivistisch recht, en als het moet, dan moet het, maar sta stil bij de keerzijden ervan.

Natuurrecht, waarop herstelrecht is gebaseerd, is afgeleid uit de manier waarop oeroude gemeenschappen omgingen met wangedrag. Zie het als een soort van dorpsrecht dat ervanuit gaat dat het dorp mensen nodig heeft en mensen het dorp: samen draag je de gemeenschap die jou veel te bieden heeft én die ook van jou het een ander verwacht. En die verwachting is prachtig: aan het leveren van bijdragen aan de gemeenschappen waarvan je deel uitmaakt, ontleen je bestaansrecht. Je merkt dat je ertoe doet en niet helemaal voor joker op deze aardkloot rondwandelt.

Bij herstelrecht staan deze vragen centraal:

  • Wat is er gebeurd?
  • Wie hebben daar schade van ondervonden?
  • Wat moet er gebeuren om die schade te herstellen?

De boodschap die de ‘wangedragers’ te horen krijgen luidt: ‘wat jullie gedaan hebben kan absoluut niet en daar gaan we stevig op reageren. Daarbij is het ook zo dat wij als het even kan graag verder met jullie verder gaan. Wij hebben jullie nodig om een goede school te zijn, en misschien hebben jullie ons wel even hard nodig als wij jullie. Naar de ouders gaat het bericht dat dat er een stevige reactie gaat komen op wat er is gebeurd, en dat de school samen met leerlingen en ouders wil onderzoeken of er mogelijkheden zijn dit incident af te sluiten en op een goede manier verder te gaan.’

Hiermee krijgen de betrokkenen een aanbod om gebruik te maken van hun recht tot herstel. Als ze dit aannemen, is de consequentie dat ze met de billen bloot moeten door de confrontatie aan te gaan met ieder die geschrokken en betrokken is. Die confrontatie leidt in de praktijk tot zorgvuldige voorbereide gespreksbijeenkomsten waarin op een gestructureerde manier ieder zijn verhaal kan doen. Het is een dialoog die uitmondt in een aanbod waarmee de wangedragers in overleg met de betrokkenen afspreken welke actie zij gaan uitvoeren om hun plek in de gemeenschap weer in te nemen.

Als zich misdragende leerlingen en hun ouders ‘nee’ zeggen tegen dit aanbod, kan de school de overweging om aangifte te doen omzetten in werkelijke aangifte. Het is dan niet de school die kiest voor aangifte, maar het zijn de leerlingen en hun ouders, die ‘nee’ zeggen tegen het aanbod tot herstel. Na een herstelgerichte aanpak zie je vaak dat de relaties erna beter zijn dan voorheen. Wanneer daders na een herstelgericht aanbod zelf kiezen daar niet aan deel te nemen en dit leidt tot een gang naar de rechter, is de kater voor de school en andere betrokkenen vaak een stuk minder. Inmiddels zijn er veel voorbeelden van een vruchtbare samenwerking tussen herstelrecht en positivistisch recht.

Kennis ontwikkelen over herstelrecht in het onderwijs? Bekijk deze opleiding. 

Reacties (0)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *