![](https://www.kpcgroep.nl/wp-content/uploads/2024/03/liane-van-de-braak-800x600-1.jpeg)
![](https://www.kpcgroep.nl/wp-content/uploads/2024/04/lr_20170929_mbo_collegealmere_vm_2150.jpg)
Uitdagend onderwijs in vo en mbo: hoe krijg je dat voor elkaar? (1)
Eerste deel in een drieluik door Liane van de Braak, netwerkpartner van KPC Groep
Heb jij leerlingen (vo) of studenten (mbo) in je klas die maar niet aan het werk gaan? Die niet gemotiveerd lijken voor jouw vak of überhaupt voor school? Dan weet je dat er werk aan de winkel is. Het is immers jouw primaire taak als docent om jouw leerlingen te prikkelen, te raken, nieuwsgierig te maken. Om ze uit te dagen en uit te nodigen tot leren. Maar soms lukt dit gewoonweg niet. In de praktijk zie ik docenten hier vaak mee worstelen.
In een drietal blogs neem ik je mee in hoe uitdagend onderwijs een antwoord kan zijn op de vraag hoe leerlingen te motiveren en te activeren. Ik doe dit vanuit mijn achtergrond als docentenbegeleider, docentenopleider en trainer. Ook neem ik je mee in relevante onderzoeken.
In deze eerste bijdrage ga ik nader in op wat uitdagend onderwijs eigenlijk is en welke inzichten helpen om grip op dit complexe begrip te krijgen.
Luie leerlingen bestaan niet!
Aan de basis van uitdagend onderwijs liggen professionele en persoonlijke overtuigingen van docenten. Deze overtuigingen beïnvloeden voor een groot deel jouw handelen. Of het je lukt om daadwerkelijk uitdagend onderwijs te ontwikkelen en te verzorgen? Ook daarin spelen jouw overtuigingen een sleutelrol. Als trainer, begeleider van docenten en lerarenopleider voer ik veel gesprekken met docenten. Wat me opvalt en sterk verbaast: veel te vaak vertellen docenten me dat sommige leerlingen lui zijn, ongeïnteresseerd en ongemotiveerd. Met zo’n overtuiging gaat het je niet lukken om er te zijn voor al je leerlingen.
Wees reëel: als docent heb je te maken met pubers en jongvolwassenen. Het is toch niet gek dat een leerling niet geïnteresseerd lijkt in de mistral als hij niet zo veel met de natuur heeft? Of dat een student niet wil leren hoe hij een luier moet verschonen als hij graag met jongeren wil werken? Het belang van kennis van de mistral vervolgens toelichten aan de hand van het belang van algemene ontwikkeling of (nog erger!) het examen, is natuurlijk de grootste dooddoener die er is. Laten we ons ook realiseren dat motivatie voor school een complex fenomeen is waar veel factoren een rol in spelen. Denk aan thuissituaties, onderlinge relaties in de klas, eerdere (school)ervaringen en noem maar op. Een leerling framen als “ongemotiveerd” en het daarbij laten zitten, is in mijn optiek nooit okay.
In essentie heeft namelijk iedere leerling of student (lees: ieder individu) wel degelijk de behoefte zichzelf te ontwikkelen, om te ontdekken, nieuwe dingen te leren. En iedere leerling, ongeacht leeftijd of niveau, is in staat om dit eigen leren te sturen. Om daar richting aan te geven en om daarin keuzes te maken. Ryan en Deci (2018) beschrijven dit in hun zelfdeterminatietheorie. Zij geven onder andere aan dat het voldoen aan de basisbehoeften (autonomie, competentie en relatie) een voorwaarde is voor leren. (Ryan & Deci, 2018) Dit geldt dus ook voor die leerling die op geen enkele manier gemotiveerd lijkt te kunnen worden. Deze inzichten zie ik (gelukkig) steeds meer terugkomen in onderwijsvisies van scholen.
Wat de cijfers zeggen over motivatie
Er is al veel onderzoek gedaan naar en geschreven over motivatie. Met name over welke interventies bijdragen aan het vergroten van de motivatie van leerlingen en studenten. Deze zoektocht wordt met name gevoed vanuit het feit dat we tegenwoordig steeds meer doordrongen zijn van het besef dat motivatie een positieve invloed heeft op de leerresultaten én dat docenten in de praktijk toch regelmatig moeilijkheden ervaren t.a.v. het motiveren van leerlingen.
Maar over hoe het nou daadwerkelijk is gesteld met de motivatie van onze leerlingen in Nederland, daar is minder over bekend. Verschillende internationale onderzoeken van de onderwijsinspectie en Oeso laten zien dat de motivatie voor school onder Nederlandse leerlingen aanmerkelijk lager ligt in vergelijking met andere rijke landen. In het voortgezet onderwijs, zo blijkt, beginnen leerlingen in het eerste jaar gemotiveerd aan de middelbare school, maar in de loop van de jaren daalt de motivatie. Verklaringen die hiervoor gegeven worden zijn o.a. dat leerlingen vooral worden gedreven door het diploma, pubergedrag, dat ze weinig worden uitgedaagd en dat ze weinig autonomie ervaren. (Onderwijsinspectie, 2015)
Het benchmarkonderzoek 2017-2021 van de Motivatiespiegel laat zien dat ongeveer 35% van de leerlingen en studenten in het vo en mbo niet het onderwijs krijgt om gemotiveerd te blijven. Daar plaatst de motivatiespiegel tegenover dat 65% dat dus wel krijgt. Waarbij de motivatie in het mbo duidelijk hoger ligt dan in het vo. (Van der Valk, 2022)
De druk van opbrengstgericht onderwijs
Dat werken vanuit de autonomie bijdraagt aan de motivatie en daarmee de leeropbrengsten, dat geloof je waarschijnlijk wel. Maar jouw realiteit is dat het soms echt een uitdaging is (een deel van) je leerlingen te motiveren. Ik ken jouw realiteit en ik kan me voorstellen dat je het op een gegeven moment gewoon echt even niet meer weet. Je hebt immers ook te maken met doelen waaraan gewerkt moet worden en examens die behaald moeten worden. Je ervaart de druk van een PTA, teamafspraken die er gemaakt zijn, ouders die verwachtingen hebben en wellicht wil jij niet die ene docent zijn waar het gemiddelde het laagst ligt. Hoeveel ruimte ervaar je dan nog om tegemoet te komen aan de autonomie van je leerlingen?
Ik zie de spagaat waarmee veel docenten worstelen.
Enerzijds ontwikkelen steeds meer scholen een onderwijsvisie waarin de autonomie van de leerling steeds meer centraal gesteld wordt. Met als gevolg dat er op steeds meer scholen aandacht is voor meer leerlinggericht onderwijs (niet per se uitdagend onderwijs!). Het projectonderwijs en probleemgestuurd onderwijs zijn hiervan twee voorbeelden en natuurlijk concepten als gepersonaliseerd leren of het agoraonderwijs. Dit betekent ook een andere invulling van jouw taak als docent.
Anderzijds blijken in de praktijk deze vernieuwde onderwijsvisies lang niet altijd de oplossing voor de zogenaamde ongemotiveerde leerlingen of leerlingen die maar niet in actie willen komen. Inmiddels kennen we allemaal wel verhalen van bijvoorbeeld leerpleinen waar studenten meer met Netflix bezig zijn dan met het aantonen van de werkprocessen.
De valkuil van autonomie-ondersteund lesgeven
De kans dat je dan als docent terugvalt op een controlerende onderwijsstijl is best reëel. Je bent daarin niet de enige. Uit onderzoek van Universiteit Utrecht et al. (2016) blijkt, ondanks dat veel docenten weten dat autonomie-ondersteunend lesgeven motiverend werkt voor leerlingen, veel docenten in de praktijk neigen naar een controlerende stijl van lesgeven.
Hiervoor zijn twee redenen.
Reden 1: controle wordt verward met structuur. Structuur aanbieden omdat je je leerlingen graag wilt ondersteunen bij het leren kan onbedoeld controlerend en dwingend gebeuren. Terwijl autonomie-ondersteuning en structuur bieden juist heel goed samen kunnen gaan. Het vraagt echter iets anders van jou als docent dan bijvoorbeeld alle stappen voor je leerlingen voorkauwen.
Reden 2: een controlerende stijl is vaak heel effectief. Maar wel op de korte termijn. Door sturend (lees: dwingend) te zijn gaat een leerling immers vaak aan de slag. Doel bereikt, toch? Dit levert echter een oppervlakkig leren op en draagt zeker niet bij aan hun motivatie. (Universiteit Utrecht et al., 2016)
De vele gezichten van uitdagend onderwijs
Om een antwoord te kunnen geven op de vraag hoe uitdagend onderwijs kan bijdragen aan het motiveren en activeren van je leerlingen sta ik eerst stil bij wat ik onder uitdagend onderwijs versta. Uitdagend onderwijs komt, net als goed onderwijs, in allerlei kleuren en maten voor. Uiteindelijk bepaalt de leerling of het onderwijs hem uitdaagt of niet. Ook de visie van jouw school is hierin belangrijk. Daarmee is de wijze waarop je invulling geeft aan uitdagend onderwijs per definitie contextgebonden.
Er zijn wel verschillende kenmerken van uitdagend onderwijs te onderscheiden. Maar zo complex als het onderwijs is, zo staan ook deze kenmerken nooit op zichzelf. Andere aspecten als veiligheid, gezondheid, thuissituatie, enzovoorts bepalen mede het succes van jouw onderwijs. Wil je jouw onderwijs verbeteren dan zul je dus ook aandacht moeten hebben voor dit soort aspecten.
Kenmerken van uitdagend onderwijs
Ik neem je mee in een aantal belangrijke kenmerken van uitdagend onderwijs. Dit overzicht is zeker niet compleet en deze lijst heb ik samengesteld op basis van wat er bekend is uit onderzoek én vanuit mijn eigen ervaringen en waarnemingen als docent en lerarenopleider.
Uitdagend onderwijs:
1. Komt tegemoet aan verschillen
Eigenlijk is het heel simpel. Wat de ene leerling wel uitdaagt daagt de andere leerling niet uit. De groep bestaat uit allemaal individuen met verschillende kenmerken en behoeften. Bij uitdagend onderwijs sluit je aan bij deze verschillen én maak je gebruik van deze verschillen. Differentiatie is een cruciale sleutel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bieden van de juiste begeleiding. De ene leerling kan direct zelfstandig aan de slag met de taak en de andere heeft eerst wat meer begeleiding van jou als docent nodig. Met de juiste taak en begeleiding begeven leerlingen zich in de zone van naaste ontwikkeling en komen zij tot leren.
2. Is relevant voor de leerling
In uitdagend onderwijs is het onderwijs (de inhoud maar óók het proces) van betekenis voor de leerling. De ervaring leert dat dit niet altijd vanzelfsprekend is. Ook niet wanneer studenten leren voor een specifiek beroep waarvoor ze ogenschijnlijk bewust hebben gekozen. Aan jou de taak om de relevantie zoveel mogelijk duidelijk te maken, wanneer dit nodig is. Door bijvoorbeeld aan te sluiten bij het beroep of de belevingswereld van de leerling. Neem leerlingen hierin mee, ben creatief en innovatief.
3. Gaat over hele taken
Uitdagend onderwijs doet een beroep op het hogere orde denken van leerlingen en gaat daarbij over complexe taken waarbij leerlingen worden uitgedaagd, verbanden moeten kunnen leggen, een mening moeten kunnen vormen etc. (Dit neemt overigens niet weg dat er ook aandacht is voor het lagere orde denken.) Complexe taken geven leerlingen tevens de ruimte te experimenteren en te ontdekken.
4. Wordt gedragen door enthousiaste en bevlogen docenten
Als docent heb je een voorbeeldfunctie. Jij maakt of kraakt het onderwijs. Leerlingen worden geprikkeld door enthousiaste docenten die vol passie kunnen vertellen over hun vak. Die hun enthousiasme op zo’n aanstekelijke manier kunnen overbrengen dat het leerlingen per definitie uitnodigt om te gaan leren.
5. Geeft de leerling inzicht in zijn ontwikkeling
Bij uitdagend onderwijs heeft de leerling inzicht in wat hij heeft geleerd én krijgt hij gerichte feedback op zowel inhoud als proces. Zoals reeds aangegeven heeft iedere leerling behoefte om zichzelf te ontwikkelen. Daarom is inzicht verkrijgen in deze ontwikkeling van groot belang. Uiteraard gaat dat inzicht verder dan alleen een cijfer.
6. Laat de leerling zich verbazen over zichzelf
Leerlingen hebben nog van alles te ontdekken over zichzelf. Ze hebben allemaal verborgen talenten. Uitdagend onderwijs is gevarieerd, flexibel en geeft de leerling ruimte om fouten te maken. Het laat leerlingen dingen doen die ze anders misschien niet zouden doen. Maak als docent dus ook hier de opbrengst inzichtelijk zodat een leerling trots op zichzelf (en medeleerlingen) kan zijn.
7. Heeft hoge verwachtingen van alle leerlingen
Hoge verwachtingen zijn een van de beste voorspellers voor leerprestaties. Waarmee ik niet wil zeggen dat het onderwijs alleen om het leveren van prestaties gaat. Wél dat het hebben van hoge verwachtingen belangrijk is voor hoe een leerling een taak of school in het algemeen ervaart en hoe een leerling zichzelf (zelfbeeld, zelfvertrouwen) ontwikkelt.
8. Is er niet alleen voor hoogbegaafde leerlingen
Een simpele zoekterm in Google laat al snel zien dat uitdagend onderwijs vaak in relatie wordt gebracht met leerlingen die een extra uitdaging nodig hebben. Vaak wordt er in deze context gesproken over hoogbegaafde leerlingen. Maar iedere leerling heeft recht op onderwijs dat hem prikkelt, dat aansluit bij zijn behoefte aan begeleiding etc. Uitdagend onderwijs gaat uit van verschillen en is er dus voor iedereen.
De balans tussen inhoud, docent en leerling
Afstemming op de leerling loopt als een rode draad door uitdagend onderwijs heen. Maar uitdagend onderwijs is meer dan alleen leerlinggericht onderwijs. Wanneer je op zoek bent naar hoe je je onderwijs anders kunt inrichten om je leerlingen meer te motiveren en te activeren dan hoef je dus niet je hele onderwijs om te gooien. Uitdagend onderwijs is er zoals eerder opgemerkt in alle kleuren en maten. De kern is is de balans tussen jou als docent, de leerling en de inhoud. Ook wel de didactische driehoek genoemd. (Janssen et al., 2016)
Daarom daag ik je uit om voor jezelf de balans op te maken.
- Als je vanuit deze acht kenmerken naar jouw eigen onderwijs kijkt, waar ben je dan trots op?
- Waar zie je ruimte voor ontwikkeling?
- Waar ligt jouw ontwikkelbehoefte op dit moment?
Meer weten? Op 27 september geef ik een training waarin je actief aan de slag gaat met het ontwikkelen en verzorgen van uitdagend onderwijs. Zoals gezegd is er geen kant-en-klaar recept voor uitdagend onderwijs dus jouw eigen praktijk staat in deze training centraal. Klik hier voor meer informatie over de training.
Dit was het de eerste bijdrage in een reeks van drie. In het tweede artikel ga ik in op de vraag waarom samenwerken een voorwaarde is voor uitdagend onderwijs.
Bibliografie
Inspectie van het Onderwijs. (2015). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2013- 2014. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs
Janssen, F., Hulshof, H., Van Veen, K., & Van Veen, K. (2016). Uitdagend gedifferentieerd vakonderwijs. Universiteit Leiden.
Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2018). Self-Determination Theory : Basic Psychological Needs in Motivation, Development, and Wellness. Guilford Publications.
Universiteit Utrecht, Hornstra, L., Weijers, D., Van der Veen, I., & Peetsma, T. (2016). Motiverend lesgeven. Handleiding voor docenten. Universiteit Utrecht, Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam. http://www.uu.nl/motiverend_lesgeven
Van der Valk, T. (2022, 6 februari). Benchmarks voor Motivatie. De Motivatiespiegel. Geraadpleegd op 31 mei 2022, van https://motivatiespiegel.nl/benchmarks
Reacties (0)