Coachende mentor? Zet allereerst je leraarpet af.

Bijna elke schoolgids benadrukt het belang van de mentor als spil in de begeleiding van de leerling. Binnen het mentoraat krijgt coaching steeds meer nadruk. Wat zijn de uitdagingen hierbij en welke elementen zijn cruciaal voor impactvol coachen? We gaan in gesprek met Mirjam Gilhuis.

Mirjam verzorgt trainingen voor mentoren en leerlingbegeleiders die hun coachingsvaardigheden willen versterken. Een onderwerp waarin ze zich graag in onderdompelt. Coachen beschouwt ze als ‘het maken van de omgekeerde beweging’. “Als coachende mentor, maar dat geldt evenzeer voor de coachende leraar of coachende stagebegeleider, moet je het omgekeerde doen van wat je als docent doet. Als coach moet je je oordelen, meningen en adviezen uitstellen. Dat is voor docenten die de rol van mentor vervullen – en dat zijn er heel veel – ook een andere benadering. Je moet je ‘leraarpet’ afzetten. Coachen in de context van mentoraat en leerlingbegeleiding is vooral door middel van luisteren en vragen stellen ruimte scheppen zodat de leerling zich kan uiten. En observeren hoe je aansluit bij de leerlingen zodat er contact ontstaat.”

Bewaren van balans

Om te kunnen coachen moet je eerst jezelf goed kennen, stelt Mirjam. “Wie ben ik en wat zijn mijn persoonlijke kwaliteiten en valkuilen? Zelfkennis is nodig om een goede coach te worden. Wat me in trainingen die ik geef opvalt, is dat mentoren zoeken naar een evenwicht tussen het er zijn voor de kinderen en hen leiden naar goede resultaten en de daarbij horende druk. Daarom is het bewaren van de balans tussen deskundigheid en betrokkenheid een belangrijke vaardigheid voor coachende mentoren en leraren. Het zweet moet op de juiste ruggen staan.”

Basistraining

Grenzen aangeven en goed afbakenen is een van de onderwerpen die aan bod komen in de tweedaagse training over coachen die Mirjam voor KPC Groep verzorgt op 18 januari en 2 februari (Deze kan overigens ook geheel op maat incompany plaatsvinden) De cursus legt een stevige basis voor mentoren, stagebegeleiders en leraren in het vo en mbo die hun coachende rol meer diepte willen geven. Gespreksvaardigheden zijn daarin van belang: praten met de leerlingen in plaats van tegen. Er is in de training veel ruimte voor eigen casussen en voor praktijkoefeningen.

Het motto van deze training is: coachen van leerlingen, tussen contact en contract. Contact en contract zijn begrippen uit het gedachtegoed van de transactionele analyse (TA). Een praktische theorie die Mirjam gebruikt in haar training. Kernidee is dat mensen door het nemen van eigen verantwoordelijkheid en door zelfsturing komen tot persoonlijke groei. TA geeft handvatten om te analyseren wat er gebeurt tussen mensen die met elkaar communiceren en de ‘transacties’ die daarbij plaatsvinden.

Tussen contact en contract

Het maken van afspraken (‘contracteren’) is in het coachen van leerlingen essentieel en biedt houvast, merkt Mirjam op. “Aan het begin van een coachingsgesprek of -traject moet de leerling aangeven wat hij of zij nodig heeft van de mentor. De mentor moet op zijn beurt aangeven wat hij of zij kan bieden. Zeker als de leerling niet in staat is om aan te geven wat hij of zij nodig heeft in zijn leerproces. Als je als mentor in een coachende rol stapt, moet je eerst die stap nemen.”

Zelfonderzoek

Ook het contacteren is een randvoorwaarde om te komen tot effectieve coaching, merkt Mirjam op. “Om contact te maken met een leerling is zelfonderzoek nodig. Hoe sluit je aan bij deze leerling, ook als deze heel anders is dan jij.  Wat breng jij als unieke persoon die je bent als mentor in? Hoe gebruik je daarin je eigen ervaringen en wijsheden wel en welke zijn niet dienend voor de leerling. Unieke kwaliteiten die je zelf hebt als mens daarin naar voren brengen in je coaching maakt in mijn ogen het werk lichter. Er ontstaat dan ruimte waarin contact mogelijk is.”

Geen stappenplannen

In haar training gaat Mirjam zeer praktisch te werk. “Maar ik doe niet aan stappenplannen. Dit is geen ‘dit-mag-niet-en-dat-mag-wel-training’. Er is bijvoorbeeld geen vast recept voor hoe je contact maakt met een leerling. Er zijn zoveel manieren. Bewustwording van je eigen opstelling en gedrag als mentor is hierin een belangrijke factor. Hoe doe ik het nu eigenlijk? Waar ben ik goed in? En wat is bij minder sterk? Ik zoek in de training naar ontmoetingen op de grens. Naar hoe je als leraar met lef en met open hart je vak als mentor kunt uitoefenen.”