“Onderwijs kun je niet benaderen als een dashboard”

De onheilstijdingen stapelen zich op. Oplopende lerarentekorten. Steeds meer jongeren die het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten. En dan ook nog de Pisa-grafieken die dalende leerprestaties laten zien. Taco Houkema is directeur-bestuurder van de Deventer Leerschool en ondersteunt als praktijkman pur sang scholen op het vlak van onderwijsontwikkeling. Hoe kijkt hij naar de vraagstukken in het onderwijs en waar ziet hij wenkende perspectieven?

De onderwijssector sluit onder een zorgelijk gesternte dit kalenderjaar af. De publicatie van PISA 2022 deed veel stof opwaaien. De afgelopen dagen las Taco tal van analyses en reacties. Het stuk dat hem het meest aansprak is de analyse van hoogleraar Gert Biesta in dagblad Trouw. De conclusie van de wetenschapper: Pisa 2022 laat zien dat er een probleem is met de leesvaardigheid, ‘maar het is maar een klein deel van de puzzel en moet zeker niet groter worden gemaakt dan het is.’  In zijn opiniestuk legt Biesta zijn kritische vinger op een aantal punten: Pisa bekijkt maar een beperkt aantal domeinen en er wordt te snel gegeneraliseerd (‘de Nederlandse prestaties’);  de Pisa-uitkomsten worden opgevat als indicator van onderwijskwaliteit; informatie over leerlingen wordt gegeneraliseerd naar landen en in ranglijsten geplaatst (‘de logica van het Songfestival’).  We spreken Taco via de telefoon. Eigenlijk hoeven er geen vragen te worden gesteld. Vrijwel zonder de  ‘pauzeknop’ in te drukken laat Taco – al decennialang werkzaam binnen en voor het (primair) onderwijs – zijn licht schijnen over de sector die hem na aan het hart ligt en waarover – “zeker in de media”- zoveel geroepen wordt.

Hoe kijk jij naar de uitkomsten van het internationale PISA-onderzoek

“Ik snap dat er geschrokken is gereageerd in de samenleving op de daling van de basisvaardigheden, met name het lezen. Maar het is wel appels met peren vergelijken. De inrichting van het onderwijs is in de verschillende landen compleet verschillend georganiseerd. Ook de culturen van die landen verschillen sterk. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de wijze waarop hier het opvoedingspatroon eruit ziet.”

Wat ons land ook anders maakt, stelt Taco is de ‘regeldruk’ van bovenaf. “Op mijn scholen heb ik het afgelopen decennium ervaren dat die regeldruk enorm is toegenomen. Maatschappelijke vraagstukken worden bij het onderwijs neergelegd. Er komt steeds meer bij en er gaat niks af. Denk aan gezondheid, beweging, burgerschap, digitale geletterdheid, sociale veiligheid, minimaal 2 lesuren bewegingsonderwijs, enz. Dit zorgt voor een grote druk op de lesroosters waarop vakgebieden geprogrammeerd staan waar methodes voor worden ingezet die meer tijd vragen dan er is op een schooldag. Om een aangeleerde basis goed te kunnen bestendigen is ook nog eens onderhoud nodig en het leren toepassen van het geleerde in een betekenisvolle context. Zo creëer je betekenisvol leren en zullen leerlingen de leerstof beter kunnen onthouden en ook in hun verdere leven kunnen toepassen. Dit vraagt veel van het eigenaarschap van leerkrachten zelf en het vraagt om de nodige tijd en aandacht van mensen die er vaak te weinig is vanwege alle andere uit te voeren taken.”

Wat het Nederlandse onderwijs daarbij sterk verder parten speelt is het groeiende lerarentekort, stelt Taco. “Vanwege een langdurig flink tekort aan personeel, wordt er op veel plekken in het land alleen nog geroeid met de weinige riemen die men nog heeft. Dit geldt voor het PO en VO. Regelmatig staan niet (volledig) bevoegde leerkrachten voor de klas, ontbreekt het aan continuïteit en ontstaan er hiaten. Ik hoor over situaties van scholen die bijna voor de helft draaien op studenten en onbevoegden.”

Er klinkt momenteel een roep om meer regie van de overheid. 

“Deels begrijp ik die roep. Maar die discussie over centralisatie en decentralisatie is een pendule die heen en weer gaat. Wat me verder opvalt is dat de overheid nu sterk doorslaat naar cijfermatig kijken: er is bijna een obsessie met meetbaarheid. Onderwijs kun je echter in mijn ogen niet benaderen als een dashboard. Elke school en elke regio is anders en moet ruimte hebben om zelf aan oplossingen te werken. De ene regio is de andere niet. Ook niet vanuit arbeidsmarktperspectief. Er zijn regio’s waar het lerarentekort inderdaad een groot probleem is. Hier in Deventer en omgeving werken we met de PON-pool. 35 schoolbesturen zijn zelf hun invallerspool en regelen zelf de arbeidsmarkt. Terug naar de roep om meer regie vanuit de overheid: als centralisatie de leidende gedachte gaat worden voorzie ik dat de overheid en inspectie nog meer gaan sturen op getallen en de leraren uitvoerders worden. “

Waarom is dat in jouw ogen fnuikend?

“Leraren moeten de ruimte krijgen om samen het onderwijs te maken. Kijk bijvoorbeeld naar Finland. Daar zet de overheid de kaders neer voor het ‘wat’ en gaan de leraren over het ‘hoe’. Onderwijsprofessionals hebben vertrouwen nodig van de overheid, van ouders, van de samenleving in hun vakmanschap. Dat is niet de wijze waarop in de publieke opinie en in de media het onderwijs wordt geframed. De beeldvorming is negatief en doet geen recht aan al die mooie dingen die op heel veel scholen plaatsvinden. Wie kiest er straks nog voor het onderwijs? De reden dat de meeste mensen voor dit vak kozen of kiezen is dat ze willen bijdragen aan de persoonlijke groei van kinderen en jongeren. Die intrinsieke motivatie moet je koesteren. Durf te vertrouwen op het vakmanschap van leraren. De mensen op de werkvloer zien zelf wat nodig is. Ik zie om me heen heel veel sterke e bevlogen leraren die kennis van zaken hebben, die uitstekende instructies geven en weten wanneer ze leerlingen los kunnen laten.”

Het onderwijs heeft te maken met een veranderende en sterk geïndividualiseerde en gedigitaliseerde wereld. Hoe pakt dat uit als je concreet om je heen kijkt in de context van de school?

”Er zijn inderdaad grote veranderingen gaande in de samenleving. Die wordt steeds meer hyperactief en trekt een wissel op mensen. Ik merk dat ouders van nu vanwege vaak dubbele banen en de productiviteitsverwachtingen van een 24-uurs maatschappij – inclusief het bijhouden van sociale contacten en social media –  minder tijd hebben voor de opvoeding van hun kinderen. Ouders verwachten daardoor regelmatig meer van scholen als het gaat om opvoeden. Kinderen zitten al op jonge leeftijd veel achter schermpjes en worden overladen met prikkels. In de regio waar ik woon  (Deventer, red. ) zien we als onderwijs een toename in (gedrags)problemen bij jonge kinderen. Ook komen kinderen steeds vaker niet meer zindelijk op school. Kinderen zijn gewend geraakt aan visueel vermaak. Zij hebben op auditief en sociaal-emotioneel gebied een kortere spanningsboog. Voor het ontwikkelen van leesvaardigheden en het maken van de nodige ‘leeskilometers’, is het ongelooflijk belangrijk als zowel scholen als ouders hierin investeren.”

Tot slot een ‘als…dan… vraag’.  Als jij aan de knoppen zou zitten in met name het PO: waarop zou jij dan inzetten?

“Ik zou dan gaan voor een aantal concrete punten en oplossingsrichtingen:

  • Zet massief in op goede basisvaardigheden, inclusief het leren leren en omgaan met ICT en informatiebronnen. Dit kan bijvoorbeeld grotendeels op de ochtenden plaats vinden. Benut het goede uit de methodes van educatieve uitgevers, maar durf als professionals zelf keuzes te maken en interventies te doen. Geef als beleidsmakers ruimte aan verantwoordelijkheid en eigenaarschap van leraren.
  • Werk op de middagen via een integrale aanpak, waarbij de nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en waarbij de geleerde basis toegepast kan worden binnen een bredere context. Om ruimte te kunnen winnen in tijd biedt thematisch werken, bijvoorbeeld gebruikmakend van kernconcepten vaak een oplossing. Burgerschap, digitale geletterdheid, wereldoriëntatie, creatieve en kunstzinnige vorming kunnen hier ruimte in krijgen en onderdelen van het lezen, stellen en rekenen kunnen worden toegepast en worden betekenisvoller.
  • Benut ander potentieel dan alleen leerkrachten voor de uitvoering van het onderwijs- en ontwikkelproces. Denk aan onderwijsassistenten, ouders met specifieke expertises, (sport)verenigingen, extern kunst- en cultuuraanbod, enz. Als dit op bepaalde dagdelen weggezet kan worden is er minder als leerkracht bevoegd personeel bij nodig.
  • Kijk naar mogelijkheden om jeugdzorgprofessionals meer te koppelen en op te nemen in scholen om verschillende vraagstukken vroegtijdig op te kunnen pakken.
  • Organiseer het onderwijs vooral primair om de ontwikkeling van de individuele kinderen. Richt het systeem zo in dat het dienend aan hen wordt in plaats van leidend over hen. Laat leerkrachten en docenten vooral met kinderen werken in plaats van over kinderen. Haal een groot deel van de administratiedruk van hen weg. En ook een deel van de huidige enorme verantwoordingsplicht van directeuren en besturen. Zo kunnen zij zich veel meer richten op de vraagstukken en ontwikkelkansen binnen hun eigen organisatie. “

Vraag een vrijblijvende offerte aan voor een maatwerk oplossing in opleidingen en trainingen voor jouw school of team.

Offerte aanvragen