Vijf lastige organisatievraagstukken (en hoe je antwoorden leert vinden in de opleiding intern onderwijsadviseur)

Sinds 2018 verzorgt adviseur, onderzoeker en opleider Ton Bruining in samenwerking met KPC Groep de opleiding voor intern onderwijs adviseur. In deze blog gaat hij in op vijf patronen die hij vaak terug ziet komen in de casussen die de deelnemers aan de opleiding inbrengen en geeft hij aan hoe daarop met de opleiding ingespeeld wordt.

Gebrek aan contractering

Veel stafmedewerkers en interne adviseurs als ib-ers en kwaliteitsmedewerkers lopen het risico om zich vast te lopen. Ze ervaren te weinig betrokkenheid van schoolleiders of krijgen het gevoel dat ze zich ‘het bos in hebben laten sturen’ zonder duidelijke opdracht.

Daarom begint de opleiding intern onderwijsadviseur met aandacht voor een goede opdrachtformulering. Daarbij gaat het voortdurend om het bewerkstelligen van betrokkenheid en samenwerking in projecten, bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteitsverbetering, onderwijsinnovatie en professionalisering.
Terugkerend aandachtspunt in de opleiding intern onderwijsadviseur is het kritisch volgen van projecten om zo nodig op een goede manier te hercontracteren. Zijn we goed bezig? Moeten we de afspraken die we gemaakt hebben meer urgentie geven, aanscherpen, of veranderen?

Oplossing zoekt probleem

Wat vaak voorkomt in schoolorganisaties is dat er aansprekende innovaties worden gelanceerd om het onderwijs te vernieuwen of om in te spelen op problemen van de organisatie. Denk bijvoorbeeld aan aanpakken om de motivatie van leerlingen te vergroten of trainingen voor leraren om hun vaardigheden te oefenen. Maar geldige argumenten die bijvoorbeeld de noodzaak van een onderwijsinnovatie of een investering in een training legitimeren ontbreken daarbij nogal eens. Met dat werken aan oplossingen zonder dat er een duidelijke werkhypothesen zijn op basis van gedegen diagnoses wordt een hoge prijs betaald. Zoals verkeerde investeringen in professionalisering of het creëren van onvrede door een slecht opgezet veranderproces. Daarom wordt er in de opleiding intern onderwijsadviseur gewerkt met de drieslag: snappen wat er speelt, repertoire ontwikkelen en het wendbaar inzetten van dit repertoire.

Noodzaak van gedeeld leiderschap

De complexiteit van onderwijs, onderwijsorganisaties en de onderwijspraktijk is groot. Klassieke sturingsfilosofieën waarbij de top het strategisch beleid uitstippelt en weerstandsstrategieën waarin de frontlijn vasthoudt aan vertrouwde routines zijn helaas geen uitzondering. Hoe doorbreek je dat? Van schoolleiders mag worden verwacht dat zij zich rekenschap geven van wat de leraren als frontliniewerkers beleven. Van leraren mag worden verwacht dat zij in het belang van de leerling en andere belanghebbenden handelen. Dat zij gesteund door onderzoek en in het professioneel gezelschap van collega’s hun onderwijspraktijk onder de loep nemen, waar nodig de verantwoordelijkheid nemen om zo nodig hun werkwijzen te veranderen.

In de opleiding intern onderwijsadviseur gaan de deelnemers na aan de hand van de cultuur in de organisatie, de vraagstukken die er spelen en de betrokkenheid van personeel welk leiderschap er gevraagd wordt, respectievelijk op het terrein van belangenbepaling en zingeving; doelbepaling en prioriteitstelling; organisatie-inrichting en besluitvorming; sturen en feedback geven; problemen oplossen en omgevingsafstemming. Daarbij gaat het om wat er aan leiderschap verwacht moet worden van de schoolleiding, van interne adviseurs en van onderwijsprofessionals zelf.

In het onderwijs zijn er drie doeldomeinen: persoonswording, socialisatie en kwalificatie. Om op deze gebieden en in samenhang de goede dingen te doen en de dingen goed te doen is praktijkgericht onderzoek onontbeerlijk. Daarbij gaat het om manieren van werken waarbij:
• kritisch wordt gekeken naar de waarden die in het geding zijn en welke activiteiten waarde toevoegen en welke niet;
• voortgebouwd wordt op het goede wat er is en nagegaan wordt hoe de lat hoger gelegd kan worden;
• de stap wordt gezet naar een meer ondernemende kijk op onderwijsontwikkeling ;
• de schoolorganisatie kan worden ingericht als rijke leeromgeving voor de medewerkers zelf;
• nagegaan wordt welke factoren de ontwikkeling van het onderwijs, de schoolorganisatie en de leraren belemmeren en welke ondersteunend werken;
• een meer studieuze en reflectieve benadering gehanteerd wordt. Dat betekent dat voorhanden kennis slim gebruikt wordt en/of nieuwe kennis wordt gegeneerd met inzicht in de impact van het onderwijs, patronen in de manier van werken, en het handelen van leraren, onderwijsondersteuners en schoolleiders.

Noodzaak van teamontwikkeling

Dertig jaar geleden wees onderwijshoogleraar Nijs Lagerweij op het solisme in het onderwijs (‘koning keizer admiraal in eigen klaslokaal’) en de noodzaak om in de school een gezelschap van professionals te zijn. Dat dit lastig is bleek in de discussies over professionele ruimte. Leraren eisten hun persoonlijke vrijheid maar waren daarbij niet altijd bereid om zich daarbij rekenschap te geven van andere belanghebbenden.

De casussen van de deelnemers aan de opleiding intern onderwijs onderwijsadviseur maken duidelijk dat het in een vitale onderwijsonderwijsorganisatie belangrijk is om deel uit te kunnen maken van een team. Het samenwerken in teams blijkt niet eenvoudig te zijn. Bijvoorbeeld omdat soms in teams pikorde, hiërarchie en soms manipulatief gedrag aan de orde is. Hoe vind je daarin je plaats?
In de opleiding intern onderwijsadviseur oefenen de deelnemers met concrete werk- en gespreksvormen waarmee ze hun repertoire in het werken met teams kunnen versterken en waarmee ze ook de ontwikkeling van teams kunnen bevorderen.

Belangstelling om jezelf te ontwikkelen tot een vaardige intern onderwijsadviseur of om als stafmedewerker, ib-er of als teacher leader je positie te versterken en de kwaliteit van je werk te vergroten? Vraag informatie aan en/of schrijf jezelf direct in voor de opleiding die op 11 februari start.