Wat doe je bij conflicten en wangedrag in je school?

Wat doe je als er sprake is van wangedrag, pesten en conflicten binnen je school en je aanpak niet werkt? Verschillende experts verbonden aan KPC Groep ondersteunen scholen en teams bij het creëren van een veilig leer- en werkklimaat. Op dit terrein hebben we specialisten op thema’s als provocatieve coachingpsychologische veiligheid en faalkracht

Hoe versterk je de relaties binnen je school tussen leerlingen en leraren als die onder druk staan? Dat is een thema waarop Jan Ruigrok zich sterk richt. Hij helpt scholen (weer) een veilige basis te worden. Een interview over herstelgericht werken en het doorbreken van handelingsverlegenheid bij grensoverschrijdend gedrag.

Wat is er in jouw ogen nodig om een positief en veilig schoolklimaat te creëren?

Jan Ruigrok: “De laatste jaren ben ik erg geïnspireerd geraakt door de theorie van George Kohlrieser rond Secure Based Leiderschap. Mensen hebben veilige basissen nodig om zich goed te voelen en zich daarin te ontwikkelen. Zo’n veilige basis is een combinatie van caring en daring, zorg en uitdaging. Als die combinatie optimaal is, ervaar je steun, maak je vrienden. Je hebt het zo goed naar je zin dat het niet anders kan dan dat er mooie dingen ontstaan. Groei heet dat. De school hoort zo’n veilige basis te zijn. Voor leerlingen net zo goed als voor leraren, teamleiders en iedereen die er werkt. Caring en daring is ook de volgorde waarin het hoort te gebeuren. Daarom vind ik het spreekwoord ‘kleine kinderen geef je wortels, als ze groter worden vleugels’ zo sterk.”

Zie je wezenlijke veranderingen als het gaat om de relatie leraar-leerling?

“Neen, geen wezenlijke geloof ik. Mensen willen het goed hebben met elkaar. In een pedagogische omgeving heeft de leraar de verantwoordelijkheid om voor een veilige sfeer te zorgen waarin geleerd kan worden. Die veiligheid creëert hij door zich te richten op de behoeften van de leerlingen, daaraan tegemoet te komen en tegelijkertijd de leerling uit te dagen. Ik ken weinig leerlingen en leraren die hier ‘nee’ tegen zeggen.”

“Wie werkt vanuit behoeften stopt met het bestrijden van wat hij niet wil. Hij streeft naar wat hij wél wil. Dus geen absentiecontrole en uitstuurbriefjes, maar aanwezigheidsregistraties en terugkombriefjes. Weg met anti-pestprotocollen die alleen maar oproepen wat je wilt voorkomen. Je zal maar als zorgleerling door de absentieregistrator naar de jeugdpreventiewerker worden gestuurd…  Waar ik triest van word, is dat waar het gaat om schoolveiligheid en het pedagogisch klimaat scholen te vaak nog teruggrijpen op het bestrijden van wat ze niet willen en daarin vastlopen.”

Iets anders. Sommige leraren weten effectief om te gaan met grensoverschrijdend gedrag van leerlingen. Schuilt dat in de keuzes die ze maken, hun persoonlijkheid of is dat een aangeboren talent?

“Ieder mens heeft zijn prins en zijn kikker. De prins staat voor dat wat je van jezelf aan de buitenwereld laat zien, je ideaalbeeld. Je kunt een omschrijving maken van de ideale leraar, allemaal trainingen gaan volgen en dat in de praktijk gaan brengen. Prachtig zou je zeggen. Maar de kans is groot dat je ‘kikker’ moeilijk gaat doen. Achter die professionele maskerade verstop je jezelf. Je ‘kikker’ is wie je werkelijk bent met al je mooie, rare en unieke eigenschappen die je onderscheiden van anderen. Daar zitten zaken bij waar je apetrots op bent, maar ook zaken waar je niet zo blij mee bent. Als je je ‘kikker’ te veel verstopt doe je jezelf en anderen te kort en speel je het spelletje van ‘de ideale docent’. Leerlingen hebben dat natuurlijk zo in de gaten. Op trainingen, opleidingen en dergelijke krijg je ingrediënten aangereikt om een goede leraar te zijn en te voldoen aan de verwachtingen. Je wordt gevormd tot ‘prins(esje)’. Het recept is het samenvoegen van die ingrediënten en daar komt je kikker om de hoek kijken. Durf je in contact met leerlingen je kikker te laten zien? Dat is spannend en niet vrij van risico’s. Mijn ideale leraar kent de balans tussen prins en kikker en maakt van daaruit de juiste keuzes. En om de vergelijking compleet te maken: je hebt nu eenmaal viersterrenkoks en patatbakkers (en koks die het nooit zullen leren…).”

Lastig gedrag van leerlingen is van alle tijden. Hoe kijk je naar de trend om gedrag  te ‘labelen’?

“Op zich is de term ‘lastig gedrag’ etiketterend. Het nodigt je uit met een beperkende blik naar leerlingen te kijken. Voordat je het weet, draagt dit eraan bij dat leerlingen zich gaan gedragen naar het etiket dat je hen opplakt. Ik heb het liever over ‘uitdagend gedrag’. Vaak zijn etiketten de dood in de pot. Ze reduceren mensen tot een deel van wie ze zijn. Daar worden ze vervolgens op aangesproken met als gevolg dat ze zich gedragen naar dat opgeplakte etiket. Etiketten geven op den duur jeuk en uitslag. Je zal maar ‘zorgleerling’ genoemd worden. Ga lekker voor jezelf zorgen, zou ik zeggen.”

Vanuit welke visie ondersteun jij teams, professionals en scholen?

“Ik noem me graag ‘Marsiaans ondersteuner’ en benader mensen als het even kan alsof ik van een andere planeet kom. Ik weet niet zoveel en ben nieuwsgierig. Vanuit die houding wil ik mensen ondersteunen het beste uit zichzelf te halen. Wat mij helpt bij ‘mensen het zelf te laten uitzoeken’ zijn twee aannames:

1)      Ieder mens heeft zijn eigen verhaal en het recht daarin gehoord te worden. Dat betekent: luister naar wat mensen je te vertellen hebben, wat ze meenemen, wat hun kracht is, waar ze bang voor zijn. Creëer ruimte voor hun verhalen en luister écht.

2)      Mensen weten diep van binnen zelf het beste wat goed voor hen is. Breng hen samen. Laat hen samen zoeken hoe ze wat ze willen bereiken, kunnen verwezenlijken.  Een voorbeeld. Als het een troep is in de kantine, kun je daar een lerarenvergadering aan wijden. Je kunt ook samen met de leerlingen uitzoeken hoe je gaat zorgen voor een schone, gezellige school waar je graag komt.”

Je schreef een boek over de school als veilige basis en bent expert op het gebied van herstelrecht. Wat is de kracht van die aanpak?

“Herstelgerichte scholen herken je niet aan het ontbreken van conflicten, maar aan de vaardigheid ermee om te gaan. Conflicten kom je altijd en overal tegen. Dan is het prachtig als leerlingen op school in het echie leren hoe ze met conflicten kunnen omgaan. Dit op een manier waar iedereen beter van wordt. Herstelrecht gaat uit van de zelfhelende kracht van systemen. Het ziet conflicten als iets dat de hele gemeenschap aangaat. Herstelrecht betrekt zoveel mogelijk mensen bij het herstellen van de schade. Daarin richt je je dus ook op de behoeften: wij willen het hier goed hebben met z’n allen, hoe gaan we daarvoor zorgen? Mensen die foute dingen doen, doen dat meestal vanuit een behoefte. Een leerling die anderen pest kan dat bijvoorbeeld doen om gezien te worden, zich veilig te voelen of om een leiderschapspositie te verwerven; allemaal redenen waarom ik toentertijd leraar ben geworden. Als je alleen het gedrag bestrijdt, bereik je hooguit dat die leerling ergens anders zijn behoefte gaat vervullen. De kunst is die leerling zijn behoeften te laten vervullen op een manier waar iedereen blij van wordt. Dan hebben we het over het echte vakmanschap!”

“Als je op een herstelgerichte manier naar mensen kijkt, ziet hoe ze omgaan met narigheid die hen is overkomen en daar sterker uitkomen, is dat vaak meer dan indrukwekkend. ‘Vrijheid is de keuze dat je zelf kunt bepalen hoe je omgaat met wat het leven je heeft aangedaan’, zei Sartre. Het is geweldig om te zien hoe mensen die keuzes maken. En mooi als je ze daarbij kunt ondersteunen.”

Jan Ruigrok verzorgt dit schooljaar onder meer de opleiding ‘herstelgericht werken in onderwijs’ (startdatum: 6 november) en de training Van faalangst naar faalkracht (startdatum 9 oktober). Deze programma’s kunnen ook geheel op maat worden uitgevoerd. 

Vraag een vrijblijvende offerte aan voor een maatwerk oplossing in opleidingen en trainingen voor jouw school of team.

Offerte aanvragen